Troostrijke natuur

Als je het moeilijk hebt, dan is het fijn dat er mensen om je heen zijn die je steunen. Die je troost geven en je niet aan je lot overlaten. Bij troosten denken we vaak aan een arm om de schouder of het bieden van een luisterend oor. Op sommige momenten kunnen woorden ook teveel zijn. Of kan de aanwezigheid van anderen teveel zijn. Je hebt dan juist tijd nodig om te voelen, om te ademen, om te zijn. Het kan dan heel heilzaam zijn om de stilte op te zoeken in de natuur.

Alles wat er in het leven is, is in de natuur aanwezig. Er is groei en bloei, maar ook afbraak en dorheid. Je vindt in de natuur de vergankelijkheid en kunt ook de eeuwigheid ervaren. Het kan heel troostrijk zijn om gebeurtenissen in je eigen leven te herkennen in de loop van de natuur. De natuur weerspiegelt het leven en daardoor ook je ziel. Ook kun je in de natuur juist het tegenovergestelde ervaren van hoe jij je op dat moment voelt. En dat geeft onverwachte ontmoetingen die verwondering oproepen. Door deze verwondering, kan er een zaad van hoop in jezelf worden geplant.

 

Grond onder de voeten

Op momenten dat je het niet ziet zitten, of niet weet waar je het moet zoeken, wat is dan een betere plek om te zijn dan buiten in de natuur? Daar waar alles aanwezig is, waar een boom jaar na jaar op dezelfde plek staat. Wat wij ook meemaken, welke woorden wij mensen ook uitspreken of wat we ook stilzwijgen. De natuur is daar.

Wandelen in de natuur helpt je om te aarden, om te landen. Als je in beslag wordt genomen door verdriet, angst, pijn of onzekerheid, dan is het fijn om grond onder je voeten te voelen. Te ervaren dat je niet in het luchtledige valt, maar gedragen wordt.

Ook nodigt een wandeling je uit om de ene voet voor de andere te zetten. Ook al weet je op dat moment niet waar het pad toe leidt. Door gewoon maar te gaan en de beweging in gang te zetten, kan zich een nieuwe weg ontvouwen. En het voelen van het ritme van de loopbeweging kan een bepaalde rust geven.

 

Expiratie en inspiratie

De natuur is een plek bij uitstek om ‘op te ademen’. In de eerste plaats om uit te blazen, op adem te komen. Als je moe gestreden bent, verdrietig of wanhopig, dan kan goed uitademen ruimte geven. Soms zal er eerst heel wat gezucht moeten worden om op adem te komen. Om op te merken wat er is. Om dingen onder ogen te zien. Om wezenlijk te voelen. Dat is vaak een heel proces. En als je dan iets van je zorgen hebt over gegeven, ballast van je af hebt laten vallen of een stuk verdriet verwerkt, dan kan er ruimte ontstaan. Ruimte om nieuwe energie toe te laten. Je voelt dan hoe de lucht in je longen wordt ververst en doordringt tot alle vezels van je lijf en van je ziel. Dat je nieuwe levensenergie en Gods levensadem mag ontvangen. Elk moment opnieuw. De natuur nodigt je uit om deze adembeweging te voelen. Bij elke loopbeweging of zelfs op het ritme van de loopbeweging, voel je dat je leeft.

 

Zintuigen openstellen

In stilte wandelen is een manier om tot rust te komen en afstand te nemen van wat je zoal in beslag neemt. De tijd vertraagt als het ware. Je voelt de cadans van het lopen, de zon op je huid, de wind door je haren. Je ziet prachtige herfstkleuren en kleine insecten. Je hoort vogels of het geknisper van bladeren onder je voeten. Door al je zintuigen bewust open te stellen, kan de maalstroom van je emoties minder worden en kun je bij je innerlijke en diepere gevoel komen.

Je komt dichter bij je eigen ziel en kunt ook ontvankelijker worden voor je omgeving, voor de ander, voor wat er tussen hemel en aarde is.

Veel mensen genieten van het buitenleven als het mooi weer is. Maar ook op een regenachtige dag, heeft de natuur haar schoonheid en is van even grote waarde. Het ervaren van kou, regen of wind kan heel intens zijn. Ik heb een periode meegemaakt waarin ik, letterlijk en figuurlijk, niet stevig op mijn benen stond. Het heeft mij toen erg geholpen om naar buiten te gaan. En juist als het regende was dit opmerkelijk heilzaam. Alsof de hele schepping met je meehuilt en je tranen worden opgenomen in een groter geheel. Je bent niet alleen met je verdriet.

 

Een troostende wilg

Verbinding met de natuur vinden we heel duidelijk terug in de Keltische spiritualiteit. Een wezenlijk element hiervan is dat de schepping, met al haar dieren en planten, ons kan helpen bij het hervinden en verdiepen van onze spiritualiteit. Er worden vaak ook bijzondere betekenissen toegekend aan de schepselen. In ‘Vraag het de vogels’ schrijft Annie Heppenstall-West over de wilg. Verschillende overleveringen brengen de wilg in verband met het thema verdriet en verlies. De wilg is een boom van kalm troostend gezelschap. Een soort van schouder die we kunnen wensen om bij uit te huilen. Het is niet voor niets dat wilgenbladeren in Engeland werden gedragen als teken van rouw bij verlies van geliefden. En volgens Psalm 137 (1-3) hingen de verbannen joden hun harpen in de takken van de wilgen. De wilg is daarnaast flexibel door haar unieke veerkracht. En bijzonder is dat de wilg onafhankelijk kan wortelen als je haar opnieuw in de grond zet. Zo leert de Keltische spiritualiteit ons hoe de natuur ons kan steunen en inspireren bij het omgaan met moeilijkheden.

 

Levenslessen

De natuur is vol wijze levenslessen, zo heb ik dat zelf ervaren en wil daar iets van delen. Als het moeilijk is in het leven, dan zeggen mensen vaak, je moet ‘loslaten’. En daar zit ook wel wat in. Je kunt niet verder gaan als je je vast blijft houden aan het verleden. In ieder geval niet, als je dat krampachtig doet. Maar toen het om mezelf ging, dacht ik: wil ik dat wel, kan ik dat wel en hoe doe ik dat dan? Loslaten kan niet van de ene dag op de andere plaatsvinden. Het gebeurt, als je eraan toe bent. Deze levensles kreeg ik van een prachtige herfstboom tijdens een stiltewandeling. Het heeft me troost gegeven en vulde me ook met een gevoel van dankbaarheid. Later vond ik woorden voor deze ervaring en schreef het volgende gedicht.

 

Herfstblad

 

Daar is ze dan ineens.

die imposante boom.

Getooid met kleurig bladerdek.

Beschenen door de zon.

 

Ik houd stil en kijk

genietend van haar schoonheid.

 

Zie dan een prachtig herfstig blad

het dwarrelt naar beneden.

 

En ik besef me,

het hoeft niet allemaal ineens,

loslaten wie mij dierbaar was.

 

Langzaam verkleuren bladeren

het vocht vloeit weg,

ze drogen in.

En als het moment daar is,

laat de boom ze los.

Elk op hun eigen tijd.

 

Als mijn tranen zijn gevloeid,

en weer opgedroogd,

dan kan een stukje gaan

van mijn verdriet om jou.

 

Ik koester de herinnering

van volle zomerdagen.

Van wat geweest is,

niet meer komt,

en wat ik mee mag dragen.

 

Machteld Hoekzema, Artikel t.b.v. Meditatief Leven november 2016

thema Troost – bescherming

 

 

Gebruikte bronnen:

Annie Heppenstall-West , Vraag het de vogels, 70 Keltisch-christelijke Bijbelstudies, 2008, Kok (Ned. vertaling: Lisa Krompen)

Alberte van Ess & Lex Boot, Het ritme van de tijden, Dagboek christelijke meditatie, 2014, Boekencentrum, Zoetermeer.

Lisette van de Wel, Stoutenburg: Leven in verbondenheid, 25 jaar Franciscaans Milieuproject, 2015, Jan van Arkel.